Zeventig jaar geleden (1951) kwamen ca vierhonderd Molukse soldaten van het Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL) met hun gezinnen in Nederland voor een verblijf van een paar maanden. Onderweg naar Nederland werden zij ontslagen. Van de ene dag op de andere waren ze stateloze burgers zonder rechten geworden.
Het verblijf is niet bij de paar maanden gebleven, want inmiddels zijn er zeventig jaren verstreken. Op een paar hoogbejaarden na zijn de meeste van hen al overleden.
De kinderen die meekwamen en nog leven zijn inmiddels ruim over de zeventig. Hun jongere broers of zussen die hier zijn geboren zijn de zestig al ruim gepasseerd. Een groot deel van hen woont nog steeds in wijken die in de jaren zestig en zeventig speciaal zijn gebouwd om Molukse gezinnen te huisvesten. Voorheen woonden zij in voormalige straf- of concentratiekampen, waaronder het kamp in Vucht en Westerborg. Verspreidt over heel Nederland zijn er nog zo’n 45 van deze Molukse wijken.
Na de uitzending van het tv-programma ‘Molukker in Nederland’ (NPO2) is voor de vele kijkers inmiddels duidelijk geworden waarom Molukkers in Nederland zijn. Ook waarom zij blijven streven naar een vrije en zelfstandige staat Republiek Maluku Selatan (RMS) in Oost Indonesië. Hun strijd is te herkennen aan de vlag hiernaast
Anno 2021
Respect hebben voor ouderen en naar elkaar omkijken zijn de twee basisprincipes die na 70 jaar verblijf in Nederland nog steeds belangrijk zijn in de dagelijkse omgang binnen en buiten de Molukse wijken. Hoewel de zorg voor de ouderen door de kinderen nu niet meer zo vanzelfsprekend is, is de aandacht ervoor niet minder geworden. Zo zijn er in de afgelopen jaren kleine wooncomplexen in of niet ver gelegen van de Molukse wijken gebouwd waar nu de oudere, hulpbehoevende Molukkers van de tweede generatie terecht kunnen.
Dat de dingen veranderen kan ook niet anders, want ook de Molukse gemeenschap ontwikkelt zich, en gaan mee met de sociaal-maatschappelijke veranderingen in de Nederlandse samenleving.
Je herkent de twee basisprincipes ook aan de wijze waarop Molukkers van de derde, vierde en vijfde generatie met elkaar omgaan. Zij zien en voelen zich als één grote familie. Ze hebben het niet alleen over hun opa en oma die in een Molukse wijk wonen of woonden als je ze vraagt naar hun afkomst. Ook over de vele ooms, tantes, neven, nichten die ze hebben ongeacht of ze ook werkelijk familieleden zijn.
Het grote ‘familiegevoel’ is een uiting van hun Molukse identiteit met zijn eigen verzameling aan waarden en normen. Vooral in de Nederlandse samenleving waar men grote waarde hecht aan persoonlijke ontwikkeling geeft dit gevoel zekerheid. Maar onbedoeld plaatst het vele Molukkers van de derde en vierde generatie voor vraagtekens. Ze kunnen goed uitleggen wie ze zijn, maar vraag je ze hoe zij hun toekomst in Nederland zien, dan is het niet vreemd dat ze daarop niet direct kunnen antwoorden.
Het is gelukkig een beeld dat aan het veranderen is. Steeds meer zie je Molukkers van vierde generatie gesteund door de derde generatie deelnemen aan kleine en grote culturele evenementen in hun buurt of gemeente, en artistieke of sportieve activiteiten organiseren. Of nemen deel aan breed gedragen maatschappelijk protesten, zoals die van ‘black live matter’ beweging. Ze uiten hiermee niet alleen hun gevoel van persoonlijke betrokkenheid met wat er in de samenleving gebeurt. Ook zetten door de RMS vlag bij zich te dragen Molukkers als groep op de kaart.
Voor Molukkers van de derde en vierde generatie leent het jaar 2021 zich daarom goed om stil te staan bij het bescheiden en sober leven van hun grootouders en ouders. Om te ervaren waarom hun ouders na 70 jaar verblijf in Nederland toch nog het gevoel hadden of hebben, dat zij in een andermans land leven. Uit wat men samen opdoet, kan dan verder gezocht worden naar de antwoorden op de vraag, hoe nu verder.
Een zoektocht als gezamenlijk leerproces
Een zoektocht naar antwoorden zal voor Molukkers van alle generatie niet veel anders zijn. Het grote ‘familiegevoel’ speelt in hun dagelijks leven nog steeds een belangrijke rol. Dit gevoel van verbonden zijn maakt het mogelijk om de zoektocht naar antwoorden als een gezamenlijke leerproces af te leggen. De vereiste creatieve energie die hiervoor nodig is, is ruim aanwezig binnen de Molukse gemeenschap en kan met een geschikte context worden vrij gemaakt.
Maar waar klop je dan aan bij zo’n leerproces en wie zou je daar bij moeten faciliteren. Is het de overheid of je eigen Molukse instellingen en organisaties. De ervaring leert dat de één niet zonder de andere kan.
‘Pengayu & Prauw’ is een metafoor gevormd door twee woorden. Samen spreken ze de verbeelding van veel Molukkers aan. Ook is het een werkthema voor de ‘community art’ projecten om sociaal duurzame verandering in Molukse wijken opgang te brengen.
Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling gaat ons allen aan, hier, daar, nu en straks. Dus ook binnen de Molukse gemeenschap dient men hieraan deel te nemen. Met een context als sociale duurzaamheid is mogelijk om duurzame ontwikkeling hier in Nederland te linken met duurzame ontwikkeling daar op Centraal en Zuidoost Molukken. Wat de wijkbewoners ‘hier’ in het gezamelijke leerproces opdoen kunnen ze ‘nu’ en ‘straks’ delen met de wijkbewoners ‘daar’ en omgekeerd.
Buro pro-kumpulan heeft daarom de voorlichtingscampagne ‘Naar sociaal duurzame Molukse wijken’ opgezet om wijkbewoners te helpen een start te maken met de zoektocht naar antwoorden op de vraag, hoe nu verder. ‘Pengayu & Prauw’ is gekozen als metafoor om de creatieve energie bij de wijkbewoners vrij te maken. Ook is het een werkthema om onder begeleiding met een artistieke leid(st)er community art’ projecten op te zetten. Het ligt echter aan de wijkbewoners zelf, met name de derde, vierde, en vijfde generatie, om ze een inhoud te geven, voor te bereiden en uit te voeren.
Buro Pro-kumpulan zoekt daarom enthousiaste vrijwilligers die samen met een artistieke leid(st)er in ‘community art’ projecten willen voorbereiden en uitvoeren en ambassadeurs willen zijn voor de voorlichtingscampagne ’Naar sociaal duurzame Molukse wijken’
Informatie over de voorlichtingscampagne en het aansluitende programma is te vinden in de nieuwbrieven op deze website