Evenals hun ouders weten Molukkers van tweede generatie wat het is om decennialang ‘stateloos’ te zijn. Het heeft hen weerbaar gemaakt. Met de steun van hun ouders hebben ze het gevoel van saamhorigheid (grote ‘familiegevoel’) doorgegeven aan hun kinderen en kleinkinderen.
Je kan dit zien als een grote verdienste van de tweede generatie. Zij hebben dit grote ‘familiegevoel’ dat tekenend is voor de Molukse identiteit weten over te dragen aan de derde en vierde generatie.
Zij zijn ook de generatie die de leed met hun ouders deelden. Daarom is een discussie in de media of de staat wel of niet met een excuus moet komen voor wat hun ouders is aangedaan niet alleen terecht maar ook nodig. Want het draagt ook bij aan de verwerking van hun leed, die zij na zeventig jaar nog steeds voelen.
Maar door de beschuldigingen dat over weer in de discussies geuit worden en de boosheid waarmee dat gepaard gaat dreigt nu de aandacht voor de veranderende leef- en woonsituatie van hen af te nemen.
Velen van hen hebben het qua inkomen niet zo breed. De meeste huizen waar ze in wonen zijn in het begin van de jaren zestig gebouwd. In de periode dat aardgas goedkoop was en waar men het niet nodig vond om ze te voorzien van warmte-isolatie. Om de huizen enigszins geschikt te maken voor verwarming door een warmtepomp of via een warmtenet zal er meer gedaan moeten worden dan alleen groot onderhoud of renovatie. Zo’n grootschalige aanpak leidt echter altijd tot een hogere maandelijkse huurprijs.
Wonen in een Molukse wijk is voor de meeste van hen een bewuste keuze. Naast het gevoel van geborgenheid geeft de wijkgemeenschap ze ook een gevoel van saamhorigheid. Als er wat is dat ze niet zelf kunnen doen, dan is altijd wel een medewijkbewoner waar ze om hulp kunnen vragen. Maar nu alles (energie, huur, voedsel, en zorg) duurder wordt en de gevolgen daarvan merkbaarder worden, vragen velen van hen zich af. Hoe moet het straks als we de kosten met onze AOW en een kleine pensioen niet meer kunnen betalen.
Stil staan bij de vraag, of de staat excuses moet bieden voor de leed wat hun ouders, opa’s, oma’s, ooms, en tantes is aangedaan, of de niet uitbetaalde soldijen van hun vaders wel of niet moeten worden gecompenseerd, is dan niet meer zo belangrijk. Eerder, de antwoorden op de vraag ‘hoe nu verder’.
Gelukkig staan ze er niet alleen voor deze uitdaging, want ze kunnen nu een beroep doen op het grote ‘familiegevoel’ van de wijkgemeenschap. Op de creativiteit en vermogen van de derde en vierde generatie om samen met hen deze uitdaging aan te gaan en zo de toekomst met vertrouwen tegemoet treden.
Buro Pro-kumpulan wil met de voorlichtingscampagne ‘Naar sociaal duurzame Molukse wijken’ een bescheiden bijdrage hieraan leveren, door een ’venster’ te openen dat uitzicht geeft om met een andere blik naar de toekomst te kijken.